Casteren… als je het doet, wat is dan een goede leeftijd en wat zijn de risico’s per ras. Een vertaling/samenvatting van het meest recente onderzoek.
Castratie, wel of niet, wanneer, het blijft een grote vraag. Is castratie bijna routine in de VS, in Noorwegen is het –zonder medische noodzaak- bij wet verboden.
Veel dierenartsen adviseren castratie “standaard”. Maar daar komt steeds meer verzet tegen. Recent onderzoek toont aan dat voor sommige hondenrassen castratie gepaard kan gaan met een verhoogd risico op gewrichtsaandoeningen als scheurende kruisbanden, en zelfs HD of ED, en sommige kankers. Het voorkomen van lymfoom bleek hoger te zijn bij gesteriliseerde dan bij intacte teven , evenals het voorkomen van mastceltumoren en hemangiosarcoom . Een onderzoek onder meer dan 40.000 honden die de veterinaire medische database gebruikten, toonde aan dat gecastreerde reuen en teven vaker aan kanker stierven dan intacte honden. Een recente bevinding was dat de afwezigheid van oestrogeen bij steriliserende teven verband hield met versnelde hersenveroudering. Iets wat de beslissingen van huisdiereneigenaars over castratie bemoeilijkt. Van castratie wordt gemeld dat het een risicofactor is voor hernia van de tussenwervelschijf van honden bij teckels.
In een nieuw onderzoek (gepubliceerd op 7 juli jl.) hebben de auteurs geprobeerd om per ras te kijken naar gevoeligheid voor castratie, gewrichtsaandoeningen en kanker. Daaruit bleek een groot verschil in de gevoeligheid. Bij veel rassen maakt de leeftijd waarop –indien iemand het wil- gevastreerd wordt niet uit, bij andere rassen ligt het veel lastiger.
Kleine hondenrassen leken geen verhoogd risico te hebben op gewrichtsaandoeningen als gevolg van castratie, en bij slechts twee kleine rassen (Boston Terrier en Shih Tzu) was er een significante toename van kanker.
Per ras
Bij de Labrador Retrievers, Golden Retrievers en Duitse herdershonden was er een toename van de incidentie van een of meer van de gewrichtsaandoeningen met castratie
in het eerste jaar bij reuen en teven tot 2-4 keer> 3-5% incidentie in intacte honden. Bij Golden Retriever-teven ging sterilisatie op elke leeftijd gepaard met het optreden van een of meer van de kankers, 2 tot 4 keer vaker dan bij intacte teven waarvan 5% dit soort kanker krijgt.
Maar bij Golden Retriever-reuen en bij mannelijke en vrouwelijke Labrador Retrievers en Duitse herdershonden, was er geen duidelijke toename van kanker bij gesteriliseerde honden in vergelijking met die van de honden die intact waren gebleven. Uit voorlopige analyses van sommige kleine hondenrassen bleek geen duidelijk verhoogd risico op gewrichtsaandoeningen bij castratie.
Nu hebben de auteurs in dit onderzoek 29 nieuwe rassen toegevoegd, waarbij er drie variëteiten Poedels worden meegenomen; dit leverde in totaal 35 rassen op met de Goldens, Labs en Duitse herders inbegrepen. De honden werden allemaal op dezelfde manier in kaart gebracht als dus al eerder bij de Goldens was gedaan, om vergelijking mogelijk te maken.
Het primaire doel was om lezers wat op bewijs gestoelde informatie te bieden over rasspecifieke verschillen met gevoeligheid voor castratie, inclusief voorgestelde richtlijnen voor leeftijden om (indien het moet) toch te castreren om te voorkomen dat eventuele gezondheidsrisico’s op de lange termijn toenemen. Een secundair, onvoorzien doel was het vastleggen van rasspecifieke verschillen in de toename van sommige kankers geassocieerd met verwijdering van geslachtshormonen, als een gebied voor mogelijk onderzoek naar genetische aspecten van het optreden van kanker.
De lijst omvat de volgende rassen: Australian Cattle Dog, Australian Shepherd, Beagle, Berner Sennenhond, Border Collie, Boston Terrier, Boxer, Bulldog, Cavalier King Charles Spaniel, Chihuahua, Cocker Spaniel, Collie, Corgi (Pembroke en Cardigan gecombineerd), Teckel, Doberman, Engelse springer spaniël, Duitse herdershond, Golden Retriever, Duitse Dog, Ierse Wolfshond, Jack Russell Terrier, Labrador Retriever, Malteser, Dwergschnauzer, Dwergkeeshond (Pomeriaan, deze naam zullen we in de rest van het artikel gebruiken omdat de naam tegenwoordig erg “in de mode is” en veel nieuwe hondenbezitters de naam Dwergkeeshond niet eens kennen), Dwergpoedel, Standaard Poedel, Toy Poedel, Mopshond,
Onderzocht werd het voorkomen van gewrichtsaandoeningen bij beide geslachten: HD, CCL (kruisbanden) en ED. Ook onderzocht bij beide geslachten waren de kankers LSA (lymfoom), HSA (hemangiosarcoom), MCT (mastceltumoren) en OSA (osteosarcoom), omdat in sommige onderzoeken met meerdere rassen was aangetoond dat er verhoogd risico is na castratie. Daarnaast werden bij teven borstkanker (MC), pyometra (PYO) en urine-incontinentie (UI) onderzocht. Interessant was de mogelijke associatie van vroege castratie en het optreden van aandoeningen van de tussenwervelschijven (IDD) bij de Corgi en de teckel, twee rassen waarvan bekend is dat ze een risico lopen op deze ziekten.
Alle bovengenoemde ziekten werden onderzocht met betrekking tot honden die gecastreerd waren in een van de leeftijdsperioden van: <6 maanden, 6-11 maanden, 1 jaar (12 tot <24 maanden) of 2-8 jaar, of intact gelaten. De ziekten werden gevolgd totdat de honden voor het laatst in het ziekenhuis werden gezien, of tot 11 jaar oud. Een database met de gegevens van 50.000 honden uit (Amerikaanse) dierenziekenhuizen werd als basis/dataset gebruikt.
De onderzoekers komen over het geheel tot de conclusie dat de meeste rassen niet worden beïnvloed door de leeftijd van castratie. De kwetsbaarheid voor gewrichtsaandoeningen als gevolg van sterilisatie hangt doorgaans samen met de lichaamsgrootte. Kleine hondenrassen – Boston Terrier, Cavalier King Charles Spaniel, Chihuahua, Corgi, DachshundTeckel, Malteser, Pomeriaan, Toypoedel, Mopshond, ShihTzu, Yorkshire Terrier – lijken geen verhoogd risico te hebben bij gewrichtsaandoeningen na castratie in vergelijking met de rassen van grotere omvang. Bij de rassen met een grotere lichaamsgrootte waren er echter verschillen tussen de rassen met de twee gigantische rassen – Duitse doggen en Ierse wolfshonden – die op geen enkele leeftijd een aanwijzing gaven voor een toename van een of meer gewrichtsaandoeningen na castratie.
Voor u uitgelicht:
Dobermann
Het percentage intacte reuen met ten minste één gewrichtsaandoening was 2 procent en 0 procent voor intacte teven. Er was geen duidelijke toename van deze maat bij steriliserende reuen. Bij teven resulteerde sterilisatie binnen 11 maanden in een toename van gewrichtsaandoeningen met 11 procent, wat niet significant was. Het voorkomen van een of meer van de kankers die volgden voor zowel intacte reuen als intacte teven was 2 procent. Bij gecastreerde reuen in de perioden van 1 jaar en 2-8 jaar was er een niet-significante toename van het optreden van kanker tot respectievelijk 6 procent en 13 procent. Voor teven was er op geen enkel moment een opmerkelijke toename van kankers na sterilisatie. Het voorkomen van MC bij intact gelaten teven was 2 procent en 4 procent voor degenen die na 2-8 jaar werden gesteriliseerd. Er was 7 procent PYO bij intacte teven. UI was een significant risico bij teven die gesteriliseerd werden op elke leeftijd tot 2 jaar, variërend van 25 procent bij de teven gesteriliseerd jonger dan 6 maanden. (p <0,01) tot 19 procent voor degenen die tussen 1 en 2 jaar gesteriliseerd zijn ( p <0,05). De voorgestelde richtlijn voor reuen is om de reu vóór 1 jaar intact te laten om het mogelijke verhoogde risico op kanker te voorkomen. Voor teven is de voorgestelde richtlijn te overwegen om sterilisatie uit te stellen tot na de leeftijd van 2 jaar.
Met dank aan DOGZINE.