Ras geschiedenis

De heer Louis Dobermann
De Dobermann is een van de weinige hondenrassen die zijn naam aan zijn eerste fokker te danken heeft. Het was namelijk de op 2 januari 1834 in Apolda geboren Karl Friedrich Louis Dobermann die op het idee kwam de tot dan toe bestaande hondenrassen met één te vermeerderen.

Hij vond namelijk onder de in die tijd bekende honden niet wat hij zocht, ofschoon hij er toch heel wat in handen kreeg. Dobermann was namelijk een zeer veelzijdig man, die behalve nachtwaker nog een stuk of wat baantjes waarnam. Zo was hij ook hondenvanger van zijn woonplaats Apolda. In die tijd was Apolda de hoofdstad van het toenmalige hertogdom Sachsen-Weimar en het telde zo’n twintig duizend inwoners. Apolda ligt in het tegenwoordige Thüringen.

In zijn functie als hondenvanger ving Louis Dobermann nooit de hond die hij zocht; zelfs niet onder de honden met een roemrucht verleden of met een ellenlange afstamming. Daarom besloot Dobermann zelf maar de handen uit de mouwen te steken. En uiteraard kon hij toen nog niet vermoeden dat wij zijn troetelkind later naar hem zouden vernoemen. Maar iets anders wist hij des te beter, namelijk dat het een goed gebouwde, onvervaarde waak- en verdedigingshond moest worden.

De hond die Louis Dobermann voor ogen stond, moest behalve een karakterhond ook een goed gebouwde hond zijn; iets wat tot op het heden eveneens tot de kenmerken van ons ras behoort. Zijn ideaal was dan ook een uitmuntend gebouwde, goed gebalanceerde hond, die middelgroot moest zijn. Maar het moest bovenal een bijzondere gebruikshond zijn. Onder dit laatste verstond Louis Dobermann een hond die als waak- en verdedingshond absoluut door dik en dun ging.

Teneinde zijn doel te bereiken, paste Louis Dobermann verscheidende kruisingen toe met nogal sterk uiteenlopende honden. Het uiterlijk baarde hem niet de grootse zorg, het was hem om het innerlijk van de hond te doen. De reden hiervan is het volgende: in een van zijn vele functies was Louis Dobermann namelijk ook inner de belastingen. En zodoende moest hij dikwijls met veel geld over straat. Hij liet zich daarbij altijd wel vergezellen van honden als beschermers tegen overvallers, maar eigenlijk voldeed geen van deze honden volledig naar zijn zin. Wat hij wilde was een zeer scherpe, beweeglijke en krachtige hond. Aangezien hij zo’n hond nergens kon vinden, besloot hij hem dus zelf maar te fokken. En daarmee werd de grondslag gelegd voor onze Dobermann.